Op een koude, regenachtige avond zat Fred Waterpret op zijn rode stoel bij het raam. Hij staarde naar buiten en zuchtte diep. Zijn kamer was gezellig en vol lichtjes, maar toch voelde hij zich een beetje alleen. Hij had zin in grote avonturen, maar hij miste iets…
 
Hij zei zachtjes tegen zichzelf:
 
“Wat zou ik graag een knuffelvriend hebben die altijd bij me is… iemand die me nooit uitlacht als ik weer eens struikel over mijn eigen Crocs.”
 
Diezelfde avond, terwijl hij zijn groene haar droogde na het douchen, hoorde hij ineens een zacht getik op het raam. Tik, tik, tik.
 
Fred keek verschrikt op. Buiten, midden in de regen, stond een, nat beestje met grote bruine ogen en een pluizige staart die zo drijfnat was dat hij bijna op een dweil leek.
 
Fred deed het raam open. “Hee daar! Wat doe jij hier in de regen, kleintje?” Het beestje piepte zachtjes en sprong zo Freds kamer in. Hij schudde zichzelf uit – spetterspat! – en Freds hele kamer zat onder de druppels. Maar Fred lachte alleen maar. Hij pakte een zachte handdoek en droogde hem voorzichtig af.
 
“Jij bent schattig,” zei Fred. “Hoe heet je eigenlijk?” Het beestje keek hem aan, snuffelde aan Freds bril. Toen sprong hij in Freds armen en kroop tegen hem aan. Fred voelde zich warm vanbinnen. 
 
Het beestje keek hem aan en deed zijn schouders omhoog van dat hij het niet weette . “Ik noem jou Jip,” zei Fred vastberaden. “Jij bent vanaf nu mijn knuffelvriend. Jij vult precies dat lege plekje op in mijn hart.”
 
Over Jip
 
Jip is een groot pluizig knuffel-vos dat tot leven is gekomen. Met lange zachte oren, bruine oogjes vol liefde, en een pluizige staart die altijd een beetje trilt als hij blij is. Hij kan piepen als hij enthousiast is en maakt soms kleine blije dansjes met zijn pootjes in de lucht.
 
Hij is ondeugend maar altijd lief. Zo:
      •      Hij verstopt soms Freds bril, maar legt hem stiekem terug als Fred hem zoekt.
      •     Hij kruipt graag onder Freds paarse jas als het koud is.
      •     Hij houdt van drop,
      •     Hij maakt ‘s nachts zachte snurkgeluidjes die klinken als een piepklein fluitconcert.
 
Sinds die dag…
 
Sinds die dag zijn Fred en Jip onafscheidelijk. Jip gaat mee op elk avontuur – of het nu in het bos is, op kamp, of gewoon boodschappen doen. Fred praat altijd tegen hem, en ook al antwoordt Jip niet in woorden, Fred weet precies wat hij bedoelt.
 
Samen lachen ze elke dag, want Fred weet: 
 
“Zolang ik Jip heb, heb ik altijd een vriend om vast te houden.”